Wat en waarom dit thema?
De samenleving in haar geheel en een school of een klas in het bijzonder, is in zoveel facetten divers samengesteld: culturele diversiteit, sociale diversiteit, etnische diversiteit, diversiteit in talenten, talige diversiteit, diversiteit in leren …
Met verschillen omgaan is de essentie van een democratie. We reageren op verschillen vanuit ons eigen referentiekader en op basis van het beeld dat we hebben van een individu of een groep (waarmee we een individu soms identificeren). Hoe we met die verschillen omgaan is niet waardenvrij. Onze verwachtingen, onze gedragingen, onze beelden ontstaan niet zomaar. Ze zijn mede ingegeven door (maatschappelijke) diepgewortelde normatieve opvattingen. Onze ideeën of beelden over wat afwijkt van die/de norm zijn vaak stereotiep.
Dit is niet anders in een onderwijsomgeving. Doordat de vaak impliciete en onbewuste beelden over jongeren onze gedragingen en verwachtingen sturen, kunnen deze belemmeren dat elke jongere zijn/haar potentieel ten volle kan benutten en/of ontwikkelen. Ze kunnen negatief inwerken op het zelfbeeld, de motivatie, de interesse en de uiteindelijke prestaties van jongeren.
Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden; zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van (onbewuste en ongewilde) discriminatie is een belangrijke competentie in omgaan met diversiteit. Dit is belangrijk vanuit het oogpunt van het scheppen van gelijke leerkansen, maar ook in het kader van burgerschapsvorming: het vormen van kritische en actieve burgers in een veelvormige, meerstemmige, complexe en mondiale samenleving.